Tiny houses als oplossing voor de woningnood

De woningnood in Nederland is nijpend: er is een tekort aan betaalbare woningen, wachtlijsten zijn lang, en veel mensen — zeker starters en alleenstaanden — vinden nauwelijks een passend dak boven hun hoofd. In die context komt de woonvorm van het tiny house op als een interessante optie: kleine, efficiënte woningen met een lage voetafdruk, die sneller gerealiseerd kunnen worden dan traditionele bouw. Voor wie zich afvraagt wat een tiny house is, waarom het zou kunnen helpen — én onder welke (plan-)regels het valt — volgt hier een overzicht.

Wat is een tiny house?

Een tiny house is doorgaans een vrijstaande huis-woning met een relatief kleine vloeroppervlakte (vaak in de orde van ≤ 50 m²) en met als doel een compact en duurzaam woon­leven.

Voordelen:

  • Lage woonlasten: minder materiaal, minder energie, minder onderhoud.

  • Flexibele locatie(s): door de compacte vorm mogelijk te plaatsen op plekken die traditioneel minder geschikt zijn voor standaard woningen.

  • Duurzaamheidspotentieel: kleinere woning = minder energieverbruik, kan goed aansluiten bij circulair bouwen/nieuw woondenken.

Door deze kenmerken wordt een tiny house steeds vaker genoemd als één van de mogelijke antwoorden op het woningtekort.

Waarom het een mooie oplossing kan zijn

In het kort:

  • Sneller realiseerbaar: Door het kleinere formaat, prefab of modulaire bouw, kan een tiny house sneller worden neergezet dan een traditionele woning.

  • Ruimte-efficiënt: In gebieden waar de grond schaars is, kunnen kleine woningen meer mensen huisvesten op minder oppervlak — mits goed ingepast.

  • Betaalbaarheid: Voor starters en mensen met een kleiner budget kan een tiny house een aantrekkelijk alternatief zijn.

  • Nieuwe combinaties: Denk aan wonen op minder traditionele locaties: bijvoorbeeld op een stuk agrarisch erf, naast een boerderij of op een braakliggend stuk stad. Dit biedt kansen voor combinaties van wonen + andere functies (zoals landbouw, recreatie, collectief wonen). Er zijn voorbeelden waarbij boeren grond beschikbaar stellen voor tiny houses als nieuw verdienmodel.

  • Woonbeleid & duurzaamheid: Gemeenten en provincies zoeken steeds vaker naar innovatieve vormen van wonen die bijdragen aan circulair bouwen, klimaatadaptatie en maatschappelijke woonbehoeften.

Kortom: tiny houses kunnen geen panacee zijn (alle woningnood oplossen), maar vormen een veelbelovende aanvullende schakel in de woningmarkt.

 

Huidige regelgeving voor tiny houses in Nederland

De regelgeving rondom tiny houses is (nog) vrij complex en versnippert over verschillende wetten, regelingen en lokale bestemmingen. Hieronder de belangrijkste aandachtspunten — met inbegrip van wat het betekent als je bijvoorbeeld op een boerenerf wilt wonen met je tiny house.

Belangrijke regelgeving en vereisten

  • Een tiny house wordt, als bedoeld voor permanente bewoning, juridisch beschouwd als een woning (woonfunctie) en valt onder het Bouwbesluit (nu opvolger: Besluit bouwwerken leefomgeving, Bbl) en de hieraan gekoppelde eisen voor veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid en energie-prestatie.

  • Er is een bestemmingsplan nodig: de grond waarop een tiny house wordt geplaatst moet de juiste bestemming hebben (bijv. wonen) of moet via een ruimtelijke procedure gewijzigd worden.

  • Omgevingsvergunning of melding: Voor veel tiny house-projecten is een omgevingsvergunning nodig voor bouwen en/of voor de omgevingsplanactiviteiten. Onder de nieuwe Omgevingswet (en Bbl) is het technische deel (bouwen) voor laag risicoklasse vaak meldingsplichtig, maar het ruimtelijke deel blijft vergunningplichtig.

  • Minimale woninggrootte en andere technische eisen: Bijvoorbeeld in de gemeente Borger‑Odoorn is sprake van een gebruiksoppervlakte (GBO) minimaal 22 m² en maximaal 50 m² (in dat specifieke beleidskader) voor tiny houses. Ook maximale hoogte van 4,5 m bijvoorbeeld.

  • Locatievoorwaarden: Een tiny house wordt vaak toegestaan binnen een woonbestemming, en in sommige gemeenten slechts in kleine clusters of op locaties vooraf aangewezen. Recreatieve locaties, campings, agrarische terreinen zonder woonbestemming zijn vaak uitgesloten of vragen extra procedures.

Specifiek: wonen op een boerenerf

Als je op een boerenerf wilt wonen met je tiny house, bijvoorbeeld op agrarische grond van een boer, dan spelen extra aandachtspunten:

  • De agrarische grond moet een bestemming ‘wonen’ of een afwijking toestaan voor wonen. Vaak heeft die grond een bestemming “landbouw” of “agrarisch” — dan mag doorgaans geen woning worden gevestigd.

  • Het initiatief “tiny house bij boer” komt voor, maar de boer en initiatiefnemer moeten samen werken aan bestemmingsplanwijziging of tijdelijke vergunning.

  • Nutsvoorzieningen, parkeerplaatsen, infrastructuur en aansluiting moeten geregeld zijn: ‘woonlocatie’ betekent in veel gevallen dat infrastructuur aanwezig is of wordt ingericht.

  • Tijdelijkheid: Sommige locaties staan tiny houses toe via tijdelijke bestemmingen of experimenten (bijv. 10 jaar) — de boerenerf-formule kan dan onder experimenteel regime vallen.

Kortom: op het boerenerf wonen met een tiny house kan mogelijk, maar vereist zorgvuldig planologisch en vergunningmatig werk. 

 

Zijn de regels in beweging? Komt er versoepeling?

Ja — er is beweging in het veld. Hieronder een aantal ontwikkelingen.

  • Onder de nieuwe Omgevingswet en het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) is het vergunningentraject voor het technische deel vereenvoudigd voor laag-risicobouwwerken zoals tiny houses. Zo is bij bepaalde kleine woningen de bouwactiviteit minder vergunningplichtig geworden.

  • Op rijksniveau zijn er Kamervragen gesteld over tiny houses. In de antwoorden van 16 september 2024 geeft de Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu aan dat zij het thema volgen, maar geen specifieke landelijke “tiny house-regeling” heeft ingevoerd.

  • Lokale beleidskaders: bijvoorbeeld in de gemeente Emmen is een beleidsregel opgesteld waarin een tiny house wordt gedefinieerd als “een volwaardige permanent bewoonde woning van maximaal 50 m²”, en waarin de gemeente voorwaarden stelt voor wie en hoe dit kan plaatsvinden (groep, locatie, voorzieningen).

    Gemeenten worden gestimuleerd om in hun woonvisies ook alternatieve woonvormen zoals tiny houses mee te nemen, juist vanwege de woningnood.

Hoewel er dus versoepeling en aandacht is, blijft de praktijk nog lokaal erg verschillend: sommige gemeenten zijn enthousiast, andere terughoudend.

 

Samenvattend

Tiny houses vormen een veelbelovend deel van de oplossing voor de woningnood in Nederland: ze zijn betaalbaarder, sneller te realiseren, en kunnen nieuwe woonlocaties benutten (zoals boerenerven of braakliggende plekken). Maar er zijn nog wel flinke stappen te zetten, vooral op het gebied van bestemmingsplan + vergunningen + infrastructuur.

Wil je concreet kijken of en hoe je op een boerenerf een tiny house mag neerzetten, dan is het verstandig:

  1. Het bestemmingsplan van het perceel te checken (via RuimtelijkePlannen.nl).

  2. Contact op te nemen met de gemeente om te zien of zij een tiny-house-locatie aan willen wijzen of samenwerking willen met agrarisch erf-initiatief.

  3. Een plan op te stellen m.b.t. nutsvoorzieningen, parkeren, verblijfsfunctie (inschrijving, adres), en de technische bouweisen.

  4. Te kijken of het initiatief tijdelijk of permanent is — soms is een tijdelijke vergunning (bijv. 10-15 jaar) haalbaarder.

Als je wilt, kan ik voor jouw specifieke regio (bijv. Utrecht / provincie Utrecht) uitzoeken wat het gemeentebeleid is betreffende tiny houses en boerenerven — wil je dat?

Vind je dit artikel leuk?

Share on Facebook
Share on Twitter
Share on Linkdin
Share on Pinterest

Gerelateerde berichten